Waarom ruzies escaleren
Hoe komt het toch dat we soms zo ontzettend boos kunnen worden om iets dat eigenlijk niet zo groot of erg is.
Sabine staat de vaatwasser in te ruimen als haar lieftallige Peter de keuken binnenkomt. ‘Ik ga,’ zegt hij terwijl hij haar een kus geeft. Verschrikt kijkt ze op de klok, het is al laat en ze moet zo aan het werk. Van boven klinken de geluiden van haar puberdochter ’s ochtendritueel. ‘Hey lieverd, moet je niet gaan?’ roept ze haar toe, maar er komt geen antwoord. Ze zal haar koptelefoon wel weer op hebben, denkt Sabine en gaat zich klaarmaken om zelf de deur uit te gaan. Als ze de woonkamer binnenkomt ziet ze de resten van het ontbijt van haar dochter nog staan. Het irriteert haar dat de dagelijkse reminder om je spullen zelf in de vaatwasser te zetten nog steeds niet werkt. Ze vindt het lastig maar laat het staan, anders is het einde zoek weet ze.
Sabine checkt haar werktas op alles wat ze die dag nodig heeft en gooit er nog een lippenstift en zonnebril in. Ze ploft op de bank om haar schoenen aan te trekken en dan ziet ze het. Naast de stoel waar Peter ’s ochtend graag zijn koffie drinkt, staat zijn kopje. En het lepeltje, waarmee hij het melkschuim uit zijn cappuccino schept, ligt ernaast. Het lijkt iets kleins en onschuldigs maar bij Sabine wordt iets geraakt dat haar opeens woest maakt. ‘Is er in dit huis dan ook NIEMAND die zijn spullen achter zich opruimt?!’ zou ze willen uitschreeuwen. Zwijgend trekt ze haar schoenen aan en pakt haar jas. Op dat moment komt haar dochter de trap afstommelen met haar koptelefoon op. ‘Heb je mijn sleutels gezien mam,’ roept ze in het voorbijgaan. ‘Nee, maar er staat nog iets op tafel waar je iets mee moet,’ kaatst ze terug. ‘Wat?’ zegt haar dochter niet begrijpend. Sabine wijst op de spullen die nog op tafel staan. ‘Dat doe ik vanmiddag wel, ik moet nu weg!’ Haar dochter grist haar jas van de kapstok en ik hoor sleutels rammelen. ‘Nee,’ roept ze opeens razend. ‘Jij gaat nergens heen, voordat je dit hebt opgeruimd!’. ‘Jzs, doe even rustig mam.’ Maar mam kan niet meer rustig doen. Sabine kookt vanbinnen. Ze voelt zich een voetveeg, alsof ze er niet toe doet en haar zorg voor anderen niet wordt gerespecteerd. ‘Je ruimt ook nooit je spullen op,’ schreeuwt ze. ‘Dat is niet waar,’ zegt haar dochter, nu ook boos. Ze smijt de spullen bijna in de vaatwasser en stampt boos de deur uit.
Het duurt nog een tijd voor Sabine weer rustig is. En dan schaamt ze zich opeens.
Wat dit nou nodig? Waarom werd ze toch zo boos?
Pijnplekken
Wanneer er pijnplekken worden geraakt, raken we sneller geëmotioneerd. Pijnplekken zijn dingen die we eerder (meestal als kind) in ons leven hebben meegemaakt. En die oude pijn kan getriggerd worden door iets kleins in het nu. We raken daardoor sneller of heviger geëmotioneerd. En als dat gebeurt, krijgt een ander, ouder deel in ons brein het voor het zeggen. Dat deel is vooral bezig met ‘overleven’ en is niet zo goed in het invoelend, empathisch en redelijk zijn naar anderen. We voelen op dergelijke momenten onze hartslag omhooggaan en zeggen dingen waar we later spijt van krijgen, en die relaties kunnen beschadigen. De kunst is daarom om eerst weer kalm te worden als je merkt dat iets je raakt. Een pauze creëren tussen geraakt worden en reageren helpt daarbij. En er is op zich niets mis met af en toe ruzie maken, zolang je het weer kunt uitpraten en herstellen.
In onze Online Relatie APK Training, die ik samen met mijn collega’s heb ontwikkeld, leer je alles over relaties en over hoe je op een constructieve manier kunt communiceren.
Anne-Brit Voorn
Relatiecoach