Geen ochtendmens? Dit is waarom 

Ben jij een avondmens of een ochtendmens? Dit is geen kwestie van willen, maar van aanleg. Helemaal niet raar, als je in de ochtend moeite hebt om wakker te worden, terwijl de mensen om je heen wel fris en fruitig uit hun bed kunnen springen. In dit artikel lees je waarom jij geen ochtendmens bent. 

Ochtendmens of avondmens? 

Ieder mens heeft een soort interne klok die bepaalt wanneer je wilt slapen en wanneer je wakker wordt. Ons natuurlijke ritme is in de meeste gevallen ongeveer 24 uur en een kwartier. Het daglicht wordt dan door onze hersenen om deze klok elke dag bij te stellen, zodat ons etmaal precies 24 uur duurt. Maar hoe die klok precies is afgesteld en op welk moment je het meest alert bent, verschilt.  

Ongeveer 40% van de mensen is in de ochtend niet op z’n best, ongeveer 30% is een avondmens en de rest van de mensen zitten er tussenin, met een kleine voorkeur voor de avond. 

Logisch! 

Vanuit de evaluatie gezien is deze verdeling erg logisch. Als je een groep hebt met ochtendmensen en nachtbrakers, is er altijd wel iemand die de wacht houdt. Voor de paar uur dat de volwassenen slapen, heb je ook pubers die het liefst helemaal niet slapen en pas rond een uur of zes weer gaat slapen. 

Maar ja, wakker worden wanneer je biologische klok dat aangeeft zit er helaas vaak niet bij. Met school en werk is het vaak de wekker die bepaald hoe laat je wakker wordt. Dit is gemiddeld tussen 7 uur en half 8.  

Lekker vroeg op dus. Dat is fijn als je het geluk hebt dat je een ochtendmens bent. Maar hoe doe je dit als avondmens? Zo simpel als voor de ochtendmens wordt het niet, maar er zijn wel een aantal dingen die kunnen helpen qua slaapritme.  

Avondmens met een ochtendroutine? Dit kan je helpen! 

1 Routine 

Erg saai, maar een regelmatig ritme helpt enorm. Je biologische klok loopt niet alleen op aanleg en daglicht, maar is ook te beïnvloeden door een aantal voorspelbare dingen, zoals beweging, voedsel, sociale interactie en temperatuurwisselingen. Kortom als elke ochtend een peuter naast je bed staat, helpt dat om wakker te worden, zeker als je dan je bed uitgaat om te eten. 

2 Hou zoveel mogelijk vast aan je ritme 

Voor zo’n regelmatig slaapritme zijn reizen met een grote jetlag niet echt ideaal. Per uur tijdverschil duurt het al een dag om je aan te passen, kun je na gaan als je 6 uur tijdsverschil hebt. Het gooit je ritme helemaal overhoop, dus het is het fijnste om in dezelfde tijdzone te blijven. 

3 Slaapt niet uit 

Dit heeft te maken met een chemisch stofje in de hersenen, genaamd adenosine, dat bijhoudt hoelang je wakker bent. Hoe langer je wakker bent, hoe meer adenosine je aanmaakt. Je bouwt dan ‘slaapdruk’ op. Hoe meer slaapdruk je hebt, hoe langer en dieper je slaapt. Slaap je het weekend iets langer, dan komt de adenosineproductie een paar uur later op gang en ben je in de late uren nog klaarwakker. Nul slaapdruk! Dat kan erg lastig zijn als je dag daarna weer vroeg op moet. Door ook in het weekend op je vaste tijd op te staan is het een stuk makkelijker om je ritme vast te houden. 

Sharing is caring