Feiten en fabels over vet
De meeste mensen hebben er een beetje een haat-liefde verhouding mee: lichaamsvet. Maar lichaamsvet is een heel belangrijk orgaan in je lichaam. Daarom zetten wij in dit artikel de feiten en fabels over lichaamsvet op een rij om meer duidelijkheid te krijgen.
Mensen die dik zijn, hebben meer vet
Wat je dagelijks eet, is van invloed op je vet. Dat is opzich best logisch. Maar veel eten betekent niet per se dat je meer vet krijgt. De stelling dat dikkere mensen meer vet hebben is dus een fabel. In je lichaam zitten er wel 10.000 miljard cellen, waaronder vetcellen. Al deze cellen vormen de bouwstenen van verschillende organen zoals het hart, de longen en ook het vetweefsel. Vet is dus ook een orgaan met vitale functies, net als het hart en de longen, en is zelfs een van de belangrijkste organen in het lichaam.
Als je wat zwaarder bent, houd je meer vast in je vetcellen. Je kunt een vetcel ook wel vergelijken met een ballon waar meer of minder lucht in zit. Je lichaam bestaat uit maar liefst vijftig miljard vetcellen. Deze zijn rekbaar, maar de ene persoon heeft net iets soepelere vetcellen dan een ander. Dit verklaart dan ook waarom de ene persoon sneller vol zit dan een ander.
Al het lichaamsvet is slecht
Zolang je lichaamsvet qua omvang binnen de perken blijft, houdt het je gezond en beschermt het je ook nog eens tegen kou en stoten. Bij mensen met overgewicht geeft het vet een overschot aan hormonen en andere stofjes af die weer allerlei processen in het lichaam verstoren.
In je lichaam zitten twee soorten vet, namelijk wit en bruin vet, met elk een andere functie. Bruin vet functioneert als orgaan en wit vet slaat lichaamsvet op. Bruin vet lijkt een beetje op een mix van vet en spier. Bruin vet kun je zien als een kacheltje dat vetten en suikers omzet in warmte. Vet speelt dus een belangrijke rol in hoe je lichaam energie opslaat en is de belangrijkste brandstof voor de meeste organen. Het maakt dan ook niet uit of je hardloopt of dat je op de bank ligt, de cellen in je lichaam zijn toch continu bezig om voedingsstoffen, en vooral vetzuren om te zetten in energierijke stofjes en warmte. Je kunt wel bepalen hoe actief de verbranding is: het kacheltje werkt namelijk harder als je jezelf aan kou blootstelt.
Je lichaam slaat vet dan ook in grote hoeveelheden op in de huid. Het buikvet bevindt zich dan in de buik rondom de organen. Het onderhuidse vet kan dan ook overal in je lichaam zitten. Een overschot aan vetzuren wordt automatisch naar de lever, de spieren en rondom het hart gepompt, en dit kan heel gevaarlijk zijn.